Giftige stoffen

 

   
Helaas worden steeds weer dieren per ongeluk vergiftigd (en zelfs ook wel eens expres). Met name jonge honden knagen en eten vaak aan alles wat los en vast zit. Evenals bij kinderen moeten we er bij honden ook voor zorgen dat gevaarlijke stoffen uit hun buurt blijven. Medicijnen, schoonmaakmiddelen, bestrijdingsmiddelen, enz. zijn allemaal beruchte middelen, waarmee we onze hond kunnen vergiftigen. Bijv. rattengif is ook erg gevaarlijk, niet alleen het gif zelf, maar ook de ratten en muizen die ervan gegeten hebben, worden soms door onze hond of kat opgegeten. Als we er niet snel genoeg bij zijn moeten ze dit vaak met hun eigen leven bekopen, als we er niet snel genoeg bij zijn. Eerste hulp bij vergiftigingsverschijnselen, mits deskundig uitgevoerd, kan vaak nog veel redden, maar voorzorg voorkomt natuurlijk veel narigheid!

Algemene Verschijnselen:

  • Vergiftiging via de mond: krampen, diarree, braken,speekselvloed, algemene slapheid en vertraagde ademhaling.

  • Vergiftiging door inademing: hoesten, niezen, kortademigheid, cyanose (blauwverkleuring) van slijmvliezen. Soms zelfs ademstilstand!

  • Vergiftiging na contact met de huid: irritaties van de huid, ogen of slijmvliezen. De huid wordt rood en soms zelfs al snel blaarvorming, dit hangt af van het soort vergif.

  • Vergiftiging door een insectenbeet: plaatselijke pijnlijke zwelling, met een snelle invloed op de ademhaling, zenuwstelsel en bloedsomloop.

Vergiftiging via de mond.
Alle vergiften die onze hond opeet/oplikt, passeren de mond, keel en slokdarm en blijven dan nog een tijdje in de maag. Zolang het nog in de maag is, kan er nog effectief eerste hulp worden verleend, door het dier te laten braken. Als het vergif eenmaal de maag is gepasseerd en in de darmen is opgenomen, wordt het vrij snel door de darmwand geresorbeerd en in het bloed opgenomen. Vanzelfsprekend wordt effectieve hulp dan een stuk moeilijker. Om snel een braakmiddel bij de hand te hebben, kunt u het volgende zelf maken: 2 theelepeltjes zout in een kopje lauw water oplossen. Ook wordt voor het opwekken van braken wel gebruik gemaakt van: 1 tot 2 theelepels waterstofperoxide 3% voor de hond en 1 theelepel waterstofperoxide voor de kat. Je kunt de hond ook laten braken door hem een halve theelepel droog keukenzout achter in de keel te geven gevolgd door het laten drinken van 100 tot 300 ml water.

Echter nooit een braakmiddel toedienen als het dier een bijtende, chemische stof of een scherp voorwerp heeft ingeslikt. En vanzelfsprekend ook niet als het dier bewusteloos is. Het braaksel kunt u het beste bewaren, zodat de dierenarts, indien nodig, de mogelijkheid heeft om onderzoek te verrichten. Meestal zullen honden of katten spontaan gaan braken als zij een vergif hebben ingeslikt. Het braken op zich hoeft niet altijd te wijzen op vergiftiging. Wanneer de hond braakt ten gevolge van een infectieziekte, zal meestal de temperatuur verhoogd zijn, terwijl bij braken door vergiftiging de temperatuur niet verhoogd is.

Vergiftiging door inademing:
Giftige gassen die kunnen worden ingeademd zijn bijvoorbeeld: koolmonoxide, rook van brandend isolatiemateriaal, aardgas en rook bij brand in het algemeen. Allereerst moet u het dier natuurlijk zo snel mogelijk in de frisse lucht brengen. En zonodig moet er kunstmatige ademhaling worden toegepast. Zeker bij een koolmonoxidevergiftiging is het zaak, dat het dier zo gauw mogelijk zuurstof toegediend krijgt. En daarvoor is snel vervoer naar een dierenkliniek of dierenartsenpraktijk noodzakelijk. Bij een koolmonoxidevergiftiging heeft het dier donkerrode lippen en tong en is versuft tot
bewusteloos.

Vergiftiging na contact met de huid:
Meestal beschermd vaak de vacht van het dier tegen beschadiging van de huid door aanraking met vergiften. Maar door de neiging van deze dieren
om hun vacht schoon te likken, schuilt hier weer een reëel gevaar. Een nadeel van een vacht is ook wel weer, dat er gemakkelijk teer, verf en olie in blijft zitten, waardoor er een langdurig contact met de huid plaatsvindt. Bij eerste hulp is het van belang, dat het vergif met grote hoeveelheden
schoon water wordt verdund, gevolgd door wassen met water en zeep. Tenminste als het gaat om bijtende, chemische stoffen die een chemische verbranding veroorzaken van de huid. Als het dier petroleum of benzine over zijn huid heeft gekregen, kan men het effect hiervan het best neutraliseren door de vacht met melk te doordrenken. Een half uur daarna wassen met water en zeep.

Wanneer er olieverf op de vacht is gekomen, moet men dit nooit proberen te verwijderen met een verfoplossend middel, zoals bijvoorbeeld terpentine. Dat is een zeer bijtend middel voor de huid en men maakt het dan alleen maar erger. Het beste kan men de verf in de vacht laten drogen en hierna de haren wegknippen. Stookolie ook nooit proberen te verwijderen met terpentine of wasbenzine. Het gebeurt maar al te vaak, dat honden aan het strand stookolie aan hun voetzolen krijgen. Als me zou proberen dit te verwijderen met wasbenzine of terpentine, zou het dier in korte tijd zeer pijnlijke, gezwollen en ontstoken voetzolen krijgen. De enige manieren zijn schoonmaken met olie (sla-. olijf-, zonnebloemolie, e.d.) of wassen in een lauw sopje en het hebben van veel geduld.

Vergiftiging door een insectenbeet:
Door een insectenbeet, meestal een steek van wespen, bijen en dergelijke, vaak op de kop van het dier, kunnen heel snel pijnlijke zwellingen ontstaan.
De zwelling kan men verminderen door een koud kompres op de gestoken plaats. In enkele gevallen kunnen zelfs zeer ernstige overgevoeligheidsreacties ontstaan, die de dood tot gevolg kunnen hebben. Gelukkig behoort een dergelijke reactie tot de uitzonderingen. Als een dier gestoken is door een wesp of een bij kan het zinvol zijn om een bezoek te brengen aan de dierenarts, al was het alleen al om de angel te verwijderen om ontsteking te voorkomen.

Vergiftigingen centrum:
Er zijn twee instituten, waar een dierenarts snel de nodige informatie kan krijgen betreffende vergiftigingen en behandelingsmethoden. Voor Nederland: Nationaal Vergiftigingen Centrum te Bilthoven (tel; 030-2749122)
Voor België: Het Antivergift Centrum te Brussel.Deze Centra zijn dag en nacht telefonisch te bereiken voor informatie. Ook centra in Academische Ziekenhuizen kunnen wel vaak snel informatie geven over de behandeling bij vergiftiging. Als u weet wat uw huisdier binnen heeft gekregen, is het zeer zinvol om terwijl u de patiënt eerste hulp geeft, alvast een ander naar de dierenarts te laten bellen, om door te geven wat de naam van het vergif is. Zodat de dierenarts alle gewenste informatie kan inwinnen alvorens u met het dier binnenkomt, om zo snel mogelijk met de behandeling te kunnen beginnen.

Overzicht giftige stoffen.
Bijtend vergif geeft onmiddellijk plaatselijke stoornissen, vaak gevolgd door algemene stoornissen.
Tot deze groep behoren: 
Zuren: zwavelzuur, zoutzuur, salpeterzuur, carbol e.d.
Bazen: ammoniak, kaliloog, natronloog, bijtende kalk, Lysol e.d.
Chocolade: Chocolade kan ook heel gevaarlijk zijn voor uw hond. Daar zit namelijk Theobromine in, dat is een bestanddeel dat ongevaarlijk is voor mensen, maar bij honden kan dit leiden tot braken, diarree en stuiptrekkingen. Wanneer een hond na het eten van chocolade zich inspant kan het hart op hol slaan met mogelijke dodelijke afloop. Een reep van 200 gram pure chocolade kan voor een hond van ongeveer 25 kilo al dodelijk zijn!

Antivriesmiddelen: 
In antivries zit ethyleenglycol en honden schijnen de smaak lekker te vinden. Maar het beschadigt de nieren. Honden die hiervan hebben gedronken, vertonen algemene vergiftigingsverschijnselen, zoals braken, diarree en soms krampen. Men moet dan braken opwekken, veel melk te drinken geven en daarna norit: ongeveer 10 tabletten in water of melk.

Strychninevergiftiging:  
Strychnine wordt nog wel gebruikt als rattenverdelgingsmiddel. In een rat die hierdoor gedood is, blijft het gif achter en wanneer onze huisdieren zo'n kadaver opeten, geeft dat ernstige vergiftigingsverschijnselen. Het dier krijgt hevige krampen, die dikwijls tot de dood leiden. Als de krampen nog niet zijn opgetreden, is het nuttig een braakmiddel te geven. Als het dier wel krampen heeft, mag men geen braakmiddel meer geven en kan de dierenarts proberen het dier te redden door zo spoedig mogelijk onder narcose te brengen. De narcose beschermt het dier tegen pijnlijke krampen en tijdens de narcose kan ook de maag gespoeld worden.

Thalliumvergiftiging:  
Thalliumsulfaat wordt ook gebruikt als ratten- en muizenverdelgingsmiddel. Thallium werkt echter niet zo snel als Strychnine. De verschijnselen zijn aanvankelijk nogal vaag. Het vergiftigde dier braakt, verliest snel zijn conditie en vaak worden korstige plekken rondom ogen, lippen en anus waargenomen. Bij overleving van dit eerste stadium van ongeveer 10 dagen treedt er een overmatige haaruitval op. Katten overleven dit eerste stadium meestal niet. Het ligt voor de hand dat in het eerste stadium bij vermoeden van een thalliumvergiftiging zo spoedig mogelijk deskundige hulp moet worden ingeroepen. Bevindt het het gif zich nog in de maag dan kan als eerste hulp het braken worden opgewekt en kan de dierenarts een maagspoeling verrichten. Als tegen middelen worden norit, natriumthiosulfaat 10% of Berlijns Blauw worden gegeven. Als het vergif de darmwand al is gepasseerd, helpen braken en tegengif natuurlijk niet meer.

Fenol: 
Fenol, Carbol en Lysol zijn ontsmettingsmiddelen die giftig zijn voor de hond, zowel op de huid als ook in het spijsverteringskanaal. Deze stoffen zijn nogal agressief en beschadigen nieren en lever. Wanneer het op de huid is gekomen, dan goed spoelen met water en nawassen met water en zeep. Heeft de hond het ingeslikt dan weer direct verdunnen met water of melk.

Loodvergiftiging: 
Vooral jonge dieren knagen aan alles wat los en vast zit. Knagen zij aan voorwerpen die met loodhoudende verf of menie zijn geverfd, dan kunnen ze door het lood hierin ernstig vergiftigd worden. Het dier krijgt krampen en geeft overvloedig speeksel op. Verder maakt het vaak ongecontroleerde bewegingen. Zo snel mogelijk naar de dierenarts, die met calciumversenaat kan proberen de hond te redden.

Dicumarine:
In rattenkorrels zit vaak dicumarine. Deze stof remt de bloedstolling. Wanneer een hond of kat dit vergif naar binnenkrijgt (kan ook via een kadaver) dan zullen er overal in het lichaam bloedingen op gaan treden. Het is het eerste te zien aan de mondholte, waar bloedingen optreden, maar ook aan de bleke slijmvliezen. Nog later kan men het zien aan bloed in urine en ontlasting. Soms ziet men ook bloed braken en onderhuidse bloedingen (blauwe plekken). Wanneer er niet al te veel dicumarine is ingenomen kan de dierenarts het dier bloedstollings bevorderende injecties geven,(vitamine K) of een bloedtransfusie geven.

Insecticiden:
In de tuinbouw en helaas ook in vele huishoudens gebruikt men insectenverdelgende middelen, die het enzym cholinesterase remmen. Het hormoon choline speelt een rol bij de overdracht van prikkels van het parasympathische zenuwstelsel. Het enzym cholinesterase zorgt er dan voor dat choline wordt afgebroken als het zijn werk heeft gedaan. Als echter een insecticide werkt als cholinesteraseremmend, wordt choline niet meer afgebroken en blijft daarom zenuwuiteinden prikkelen, waardoor de overwerking van het parasympathische systeem uiteindelijk leidt tot verschijnselen als speekselvloed, diarreee, krampen etc. Er moet snel een tegengif gegeven worden door de dierenarts. Deze spuit atropine in, het tegengif voor choline.

Ivomectine:
Alle collie achtigen (óngeacht de kleur!!!) kúnnen heel heftig reageren op paarden ontwormingsmiddelen, omdat dat ivermectine bevat! Dat kan al gebeuren met een minuscuul klein beetje wat bijv. nog aan een brokje kleeft van een paard of pony kreeg na een wormbehandeling. Of een beetje wat in de paardenpoep zit, ook nog twee dagen na de ontworming. Iedere hond kan ziek worden van de "overdosis" ontwormingsmiddel in paardendrollen. Echter honden die het "bluemerle gen" bij zich dragen zoals o.a. Shelties, Ausssies, Collies, Bobtails en Collie-kruisingen zijn zeer gevoelig voor ivomectine. Voor hen kan inname van ivomectine dodelijk zijn. Dit bluemerlegen is niet altijd zichtbaar. De honden,meestal collie achtigen dus,die hierop reageren kunnen er aan sterven. Tegen ivermectine bestaat geen tegengif. Het probleem is dat bij de meeste rassen een duidelijke scheidingswand tussen hersenvocht en bloed is, in de cellen. Deze scheidingswand is bij dit soort rassen veel minder strikt. Door zowel bloed als hersenvocht worden stoffen uitgescheiden. Door de minder strikte scheidingswand kan in dit geval de ivermectine, uitgescheiden door het bloed, in de hersenen terecht komen en zich op de hersenen vast zetten. Dierenartsen weten wel dat Ivermectine niet samengaat met Bleumerle, maar vaak weten ze niet dat bv. een bobtail of een tricolore-collie ook het bluemerle-gen draagt. Dus weet je dat er bluemerle in je ras voorkomt zeg dit altijd tegen je DA als je een wormenmiddel moet hebben of wanneer de hond tegen mijten o.i.d. behandelt moet worden.

E.H.B.O. bij bijtende stoffen in het spijsverteringskanaal:

  • Er mag geen braken worden opgewekt. Bijtende stoffen tasten vrijwel onmiddellijk mondholte, slokdarm en maagwand aan en verzwakken vrijwel direct de maagwand. Bij heftige maagbewegingen, die ontstaan bij braken, loopt men daarom het risico dat de maagwand scheurt en wordt tevens de slokdarm voor de tweede keer belast.

  • Geef het dier veel water om de bijtende stof tenminste te verdunnen.

  • Een bewusteloze patiënt niets via de bek ingeven.

  • Zo snel mogelijk naar de dierenarts.

E.H.B.O. bij bijtende stoffen op de huid:

  • Spoelen met stromend leidingwater om de bijtende stof te verdunnen.

  • Wanneer men zeker weet dat er een zuur op de huid is gekomen,dan neutraliseren met sodawater en wel een flinke eetlepel opgelost in één liter water.

  • Bij een base op de huid moet men neutraliseren met azijn, verdund in water en wel twee eetlepels azijn op één liter water.

E.H.B.O. bij bijtende stoffen in de ogen:

  • Direct het oog spoelen met afgekoeld gekookt water. 

  • Wanneer men daar niet direct over kan beschikken, dan gepasteuriseerde melk of schoon water uit de kraan nemen.

Eerste Hulp bij algemene vergiftigingsverschijnselen:

  • Open de bek van het dier, pak de tong met een doek vast en trek deze goed naar voren. Terwijl men de tong vast blijft houden, kijkt men of er geen voorwerpen achter oin de bek vastzitten. Is dit het geval, dan deze voorwerpen verwijderen. Doe alles wat knellend is af, zoals de halsband, touw e.d.

  • Leg het dier op zijn zijde, strek de kop en hals en trek de tong naar voren.3. Plaats beide handen nu op de ribwand, vlak achter het schouderblad en geef nu met beide handen een flinke duw op de borstwand, waardoorde lucht uit de longen wordt gedreven. 4. Laat nu de ribwand snel weer los, zodat de longen zich weer met lucht kunnen vullen. Deze handelingen herhalen onder het langzaam tellen 21-22: dit is ongeveer 12 keer per minuut. Ga door met kunstmatige ademhaling tot het slachtoffer zelfstandig ademt of tot is vastgesteld dat hij dood is. Vaak moet men kunstmatige ademhaling wel 30 tot 60 minuten volhouden. Als na de ademstilstand vrij spoedig de hartstilstand is ingetreden (de pols is niet meer voelbaar) kan men nog 1 tot 2 keer kort met de vuist op de borst slaan, vlak achter de schouder (hartpuntstoot) om hierdoor mogelijk het hart weer op gang te krijgen.

Algemene wenken bij vergiftigingsverschijnselen:

  • Wanneer een dier erg opgewonden is en stuiptrekkingen heeft, mag men niets ingeven en ook niet laten braken. Snel in een deken wikkelen en naar de dierenarts. Als het gaat om ingeslikte, bijtende middelen zoals zuren en basen, mag men het dier niet laten braken. De bijtende stof verdunnen door zoveel mogelijk water te laten drinken en zo spoedig mogelijk naar de dierenarts.

  • Bij bewusteloosheid, schijndood e.d. mag men de patiënt niets via de bek ingeven en uiteraard ook niet laten braken. Als de ademhaling stilstaat (schijndood) direct beginnen met kunstmatige ademhaling. * Bij niet bijtende stoffen, die in de maag zijn gekomen, het dier laten braken. Als het gif bekend is en men weet ook wat het tegengif is, dan kan hierna het tegengif gegeven worden. Als men het juiste tegengif niet kent, moet men na het braken het vergif in de maag verdunnen met water of melk, zo mogelijk gemengd met enkele theelepels norit. Wanneer alle eerste hulp gegeven is, zo snel mogelijk naar een dierenarts.

  • Bij vergif op de huid, zo snel mogelijk spoelen met stromend water en neutraliseren van eventuele zuren of basen.

  • Bij bijtende stoffen in de ogen, direct spoelen met gekookt water, gepasteuriseerde melk, of desnoods met schoon leiding water. Het is verstandiger om bij de minste of geringste twijfel aan een juiste diagnose, niet zelf E.H.B.O. te gaan verlenen, maar met vergif en patiënt naar een dierenarts te gaan! 

Terug